Zonder twijfel vond ik de samenwerking met de praktijk het leukst

geplaatst op: 01 november 2021

Voor de zomer promoveerde Angela Mengelers op het onderwerp onvrijwillige zorg en mag ze zichzelf dr. Mengelers noemen. Hoe heeft ze het ervaren? En wat doet ze nu? Wij vroegen het haar.

Wat heb je als eerste gedaan nadat je officieel gepromoveerd bent?
Allereerst was ik ontzettend blij dat een aantal dagen voor mijn verdediging de coronamaatregelen werden versoepeld. Daardoor kon ik direct na mijn verdediging een receptie geven met familie en vrienden en later die avond nog uit eten gaan met mijn promotieteam om de afgelopen 5 jaar mooi af te ronden. Na mijn verdediging had ik 1,5 week verlof en het was heerlijk om even bij te komen. Na een paar daagjes thuis ben ik een week naar Tenerife gegaan om het te vieren. Dat was heerlijk!

Wat heb je geleerd van het traject?
Ik heb ontzettend veel geleerd tijdens dit PhD traject. In de eerste plaats over dementie, en wat dit betekent voor de persoon zelf en iedereen eromheen. Maar ook over de thuiszorg, wet- en regelgeving in Nederland rondom dwang en het verlenen van thuiszorg. Mijn onderzoek was sterk praktijkgericht, waardoor ik veel heb samengewerkt met zorgprofessionals (zoals verpleegkundigen, casemanagers dementie, huishoudelijke hulpen en huisartsen) en mantelzorgers, en vooral daar leer je ontzettend veel van. Wat zijn hun ervaringen en verwachtingen en hoe kunnen we deze input gebruiken om dementiezorg verder te optimaliseren? Tenslotte heb ik ook veel geleerd van gesprekken met mensen met dementie zelf. Natuurlijk is er sprake van cognitieve achteruitgang bij dementie, maar ook met dementie kunnen mensen nog fijne momenten beleven, en aangeven wat zij wel en niet willen. Ik vind het mooi om te zien dat steeds meer mensen dit inzien, en hoop dat we over 10 jaar nog veel verder hierin zijn en écht kunnen spreken van een dementievriendelijke samenleving.
Daarnaast heb ik ook veel over mijzelf geleerd: wat vind ik leuk en wat vind ik minder leuk? Waar moet ik nog in groeien en welke elementen van mijn werk doe ik zo graag dat ik hiermee verder wil?

Wat vond je het leukst en wat het minst leuk?
Zonder twijfel vond ik de samenwerking met de praktijk het leukst. Samen werken aan innovatieve manieren van zorgverlening en het voorkomen van dwang. Ook omdat je vaak gelijk al een verandering ziet in de praktijk. Mijn onderzoek focuste op het gebruik van onvrijwillige zorg bij thuiswonende mensen met dementie. Door alleen al het gesprek hierover aan te gaan, zag je dat er meer aandacht, interesse en bewustwording ontstond bij de betrokkenen. Dat was heel mooi om te zien, want dat geeft ook weer openingen om je onderzoek verder uit te breiden. Minder leuk vond ik de lange procedures die je af en toe moest doorlopen. Bijvoorbeeld bij een METC aanvraag (hiermee kun je goedkeuring krijgen van een ethische commissie), of het (her)indienen van een artikel. Je moet vooral ook veel geduld hebben en vertrouwen erin hebben dat het goedkomt, en soms ontbreekt dat even. Maar, dan kom ik ook meteen weer op iets heel leuks aan mijn PhD traject: de collega’s! Alle andere PhD’s zitten natuurlijk in hetzelfde schuitje en weten precies wat jij meemaakt, dus het is heel fijn om met hen te kunnen sparren of even te ventileren.

Waarom ben je het traject gaan doen? En was het zoals je had verwacht?
Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in dementie en de behoeften van ouderen, vooral met een cognitieve beperking. Na het afronden van mijn stage bij het Alzheimer Centrum Limburg wist ik dat ik graag promotieonderzoek wilde doen. Toen ik de vacature voor dit PhD traject online zag wist ik dan ook gelijk dat dit het project was wat ik zocht. Deels was het wat ik 5 jaar geleden had verwacht, maar er zijn ook genoeg dingen die anders lopen dan je vooraf had verwacht. De term ‘voortschrijdend inzicht’ is regelmatig gevallen tijdens mijn PhD traject, haha. Natuurlijk kun je het uitvoeren van onderzoek plannen, maar je moet je ideeën vaak bijstellen, aanpassen… Neem ook bijvoorbeeld de opkomst van corona in maart 2020: hierdoor heb ik bij sommige zorgorganisaties geen data meer kunnen verzamelen. Dit had ik natuurlijk nooit verwacht, maar het is mooi om te zien hoe creatief iedereen dan wordt en er toch weer alternatieven worden bedacht.

Wat hoop je te zien dat er met je wetenschappelijke werk gebeurt?
Ik ben heel blij om te zien dat alle kennis die in mijn proefschrift is gebundeld de basis vormt voor vervolgonderzoek. Binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg zijn er meerdere projecten gericht op het onderzoeken van onvrijwillige zorg, zowel in de thuissituatie als in het verpleeghuis. Daarbij wordt nog altijd nauw samengewerkt met de praktijk, dus ik heb er ook het volste vertrouwen in dat mijn wetenschappelijk werk in de praktijk geborgen blijft. Daarnaast is nog zoveel te onderzoeken rondom dit onderwerp. Zo begeleid ik nu zelf ook bachelorstudenten die tijdens hun thesis onderzoek doen naar onvrijwillige zorg, bijvoorbeeld bij mensen met een psychische stoornis.

En nu?
Tijdens het afronden van mijn PhD traject merkte ik dat ik behoefte had aan afwisseling. Non-stop onderzoek uitvoeren was niet waar mijn passie lag. Ik miste het onderwijs. Daarom ben ik in maart 2020 gestart als docent klinische psychologie aan de Open Universiteit in Heerlen waar ik zo’n 70% van mijn tijd aan onderwijs besteed, en 30% aan onderzoek. Wat mij betreft de perfecte combinatie. Dit doe ik met veel plezier en hoop ik nog lang te mogen doen!

 

Zonder twijfel vond ik de samenwerking met de praktijk het leukst
  • Logo Meander Groep
  • Logo Sevagram
  • Logo Envida
  • Logo Zuyderland
  • Logo Cicero
  • Logo Vivantes
  • Logo De Zorggroep
  • Logo Land van Horne
  • Logo Proteion
  • Logo Zuyd Hogeschool
  • Logo Gilde Zorgcollege
  • Logo Vista College
  • Logo Maastrict University

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie vindt u op onze Privacy statement pagina. OK