ACCENT
Verpleegkundigen en verzorgenden ondersteunen in het stimuleren van de autonomie van ouderen in de zorg. Dat is het doel van het onderzoek ACCENT. Het onderzoek richt zich op de essentiële zorg. Bijzonder is dat binnen ACCENT een wetenschappelijke verpleegkundige infrastructuur wordt opgezet.
Essentiële zorg
De titel van het onderzoek, ACCENT, is afgeleid van geriAtriC Care EssseNTials. Essentiële zorg vormt de kern van het dagelijks werk van verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg. In het ACCENT-project wordt essentiële zorg gedefinieerd als zorg die geboden wordt om ouderen te ondersteunen in hun autonomie en hen te helpen zo zelfstandig mogelijk te leven. Het gaat onder andere om de ondersteuning in de dagelijkse activiteiten, zoals wassen en aankleden, eten en drinken en de toiletgang. Onderzoek toont aan dat autonomie op dit gebied de identiteit van ouderen, hun welbevinden en hun kwaliteit van leven bevordert. De praktijk leert echter dat verpleegkundigen en verzorgenden, maar ook mantelzorgers, soms handelingen overnemen terwijl dat niet altijd nodig is. De redenen daarvoor zijn divers, zoals de routine, structuren en dynamiek binnen het team, maar ook: goede bedoelingen. Voor medewerkers is het zodoende niet altijd makkelijk om binnen bestaande processen de autonomie van ouderen te bevorderen.
Deelnemers
Het onderzoek ACCENT richt zich op ouderenzorg thuis, in het verpleeghuis en het ziekenhuis. Deelnemers zijn: Zuyderland (thuiszorg, verpleeghuis en ziekenhuis), Maastricht UMC+ (ziekenhuis), Envida (thuiszorg en verpleeghuis) en Land van Horne (thuiszorg en verpleeghuis). Daarnaast zijn, naast Universiteit Maastricht, Zuyd Hogeschool en VISTA college als onderwijsinstituten bij het onderzoek betrokken.
Drie werkpakketten
Doel van ACCENT is het ondersteunen van zorgprofessionals in het stimuleren van de autonomie van ouderen. Autonomie definieert de AWO-L als eigen keuzes kunnen maken in de zorg, inclusief wie die keuze uitvoert. Het onderzoek bestaat uit drie werkpakketten:
- Praktijk: hoe wordt de autonomie nu ondersteund, welke factoren spelen daarin een rol en hoe kan het anders.
- Het ontwikkelen van meetinstrumenten om de autonomieondersteuning te kunnen meten: enerzijds het professionele gedrag van zorgprofessionals (hoe ondersteunen zij ouderen) en anderzijds het effect van dat gedrag op de autonomie van ouderen.
- Het onderwijs: hoe wordt in het onderwijs aandacht besteed aan de autonomie van ouderen; is het mogelijk om handvatten te ontwikkelen die het onderwijs kan aanbieden aan toekomstige zorgprofessionals.
De resultaten van deze pakketten kunnen over en weer worden ingezet. Inmiddels is gestart met het in kaart brengen van de huidige praktijk (1) en het onderwijs (3). Dat gebeurt aan de hand van individuele interviews, groepsinterviews en observaties. Verder is een literatuuronderzoek gestart naar welke meetinstrumenten en uitkomstmaten al voorhanden zijn (2).
Wetenschappelijke verpleegkundige infrastructuur
Het bijzondere van het onderzoek is dat alle onderzoekers een duobaan hebben: naast het onderzoek werken zij in de praktijk van de ouderenzorg of het onderwijs. In totaal gaat het om vier onderzoekers, negen onderzoeksassistenten en drie postdoc-onderzoekers. De combinatie van onderzoek en praktijk wordt door medewerkers als verrijkend ervaren. Bovendien treedt een wisselwerking op die zowel praktijk, onderwijs en onderzoek versterken en de onderlinge band bevordert. In ACCENT wordt het werken in duobanen gemonitord en welke effecten dit op het werken in de praktijk heeft.
Actieonderzoek
In een volgende fase van ACCENT wordt gestart met actieonderzoek voor alle drie de werkpakketten. De praktijk van de zorg en het onderwijs gaan dan samen met onderzoekers stapje voor stapje toe naar het ontwikkelen van meetinstrumenten (autonomie) en handvatten (tools) voor personeel om de autonomie te stimuleren. Vervolgens wordt hier in de praktijk mee geëxperimenteerd en op basis van evaluaties worden de meetinstrumenten en tools weer verder verbeterd. Zo moet ACCENT uiteindelijk resulteren in nieuwe meetinstrumenten, tools voor de zorgpraktijk en nieuwe methodieken voor het onderwijs.